Kleuters zijn knutselbeestjes, of toch velen van hen, in
iedere geval. Mijn jonge peuters kijken ernaar en volgen. Ik leg het even uit.
De kasten in onze klas zijn allemaal open. Altijd. De hoeken
ook. Altijd. (Tenzij het absoluut niet anders kan wegens zware overmacht.) Er
kan dus altijd overal gekozen worden. En één van die hoeken is de knutselkast
met grote tafel (die eigenlijk een enorme schraag is en geen gewone
kleutertafel – zeeeeeer handig trouwens! Een aanrader!) . Alles wat er nodig is
om te knutselen en te frutselen zit in die kast. En ook een beetje in de zeer
geheimzinnige berging van Juf waar ze nu en dan iets uit tevoorschijn tovert
dat ook nog leuk is en kan dienen om aan iemands’ idee bij te dragen.
Het is een leerproces, natuurlijk, want het gaat wat anders
dan thuis meestal, waar kasten eerder dicht zijn en open mogen of niet, en
begrijpelijk want ‘thuis’ is niet ‘school’. Op school kunnen wat andere dingen.
Zo hoort dat toch? Maar dat wil ook zeggen dat ze het een beetje moeten leren
en gewoon worden, die ‘open kasten’ en dat ‘altijd kunnen kiezen’ en ‘alles is
eigenlijk mogelijk’ maar ook ‘wat heb je nodig om je plan uit te voeren?’ Dat
laatste is de grootste uitdaging: eerst heelwat aangereikt krijgen, om stap
voor stap te groeien naar ‘ik kom binnen in de klas, ik heb al een idee, ik
zoek mijn materiaal en ik ga aan de slag, en sterker nog: terwijl ik bezig ben,
groeit mijn plan en kom ik op nog meer ideeën’. Het is een ongelooflijk intens
en geweldig om aan te zien proces dat ik als begenadigde juf elke dag mee mag
maken.
De laatste schoolmaand is begonnen, en mijn eerste
kleuterklassertjes gaan total los. Ze voelen zich vrij als vogeltjes, van het
moment dat ze de drempel van de klas overschrijden. Papa’s en mama’s krijgen
nog een vluchtige ‘daag!’ en hun kleuter is intussen al bezig met kijken en
zoeken naar wat hij of zij nodig heeft. Zo zaten ze gisteren met z’n tienen
rond de grote werktafel, ieder met iets totaal anders bezig, gezellig
babbelend, en tegelijkertijd intens geconcentreerd. De ene had een doos nodig,
de andere knipte foto’s, nog anderen maakten kronen op allerlei manieren en
probeerden welke lijm nu toch het best werkt bij knutselrubber of papier, of
zijn nietjes misschien toch makkelijker? Of die grote plakbandrollen? Ze maken
slingers met stukjes die ze knippen, grote bladen met tekeningen op en nog meer
bladen erbij tot ze een heel boek met een verhaal hebben dat ze nadien
enthousiast aan de hele groep gaan voorlezen met ‘wie komt er kijken naar mijn
boek!!!!’ Publiek is er altijd. En dan begint alles weer opnieuw want wie naar
de ander is komen kijken, wil ook wel zoiets mee naar huis, maar waar ligt
hetzelfde materiaal en kan iemand helpen om een ander op gang te zetten?
Daartussenin, tussen al dat volle ‘geweld’ van die grote
bijna tweede-kleuterklassers, zie ik Malak zitten. Ze heeft een potje lijm
gevonden, en snippers die anderen hebben laten liggen, en met hoge concentratie
zie ik haar de stukjes op en naast elkaar plakken. Af en toe neemt ze een
schaar en maakt hier of daar een knipje in, of vindt ze een stift waarmee ze
wat kleurt op haar werkje. Ze laat zich door niets of niemand afleiden. Ze
voelt zich helemaal veilig tussen al die anderen. En Juf ziet een klein
peutertje dat hier volgend jaar als één van de oudsten zal zitten en weet nu
al: ‘die zal op haar beurt die nieuwe kleintjes de weg wel wijzen’. Want ze
heeft het geleerd van de besten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten