Translate

vrijdag 11 december 2015

Een maand na vrijdag de 13e... Juf in Molenbeek


Bijna kerstvakantie. De kerstmutsen verschijnen en in de klas werken we rond een prachtig boek 'Kan ik er ook nog bij?'. Een verhaal vol 'kom maar binnen, we hebben nog een plekje voor je, hoor, als iedereen wat opschuift'. 



Het leven in ons klasje gaat door. Met op de achtergrond de voorbije maand... op de achtergrond de emoties en gebeurtenissen van de voorbije maand... 
Geen politie meer aan de schoolpoort, geen gesloten deuren meer. Maar wel veel mediabelangstelling. Cameraploegen en kranteninterviews, telefoontjes met aanvragen voor nog meer cameraploegen en kranteninterviews. Met ouders, met de directie, beelden van de kinderen op de speelplaats of in de klas. 

Ik voel mijn nood. Mijn nood en behoefte aan 'rust', 'even weer op onszelf kunnen terugvallen', de deuren open voor mama's en papa's, oma's en opa's, kinderen en juffen en meesters. En met z'n allen tot rust kunnen komen. De gebeurtenissen een plekje geven. We kunnen het immers niet uitwissen, nu niet, nooit meer. Maar het leven gaat wel voort. Molenbeek gaat voort. De mensen die er wonen, willen ook verder. 

Ze hebben anders wel wat op hun brood gekregen, die hele moslimgemeenschap. Misschien stel ik het wat cru, maar als ik via via het verhaal hoor over een zwangere Marokkaanse mama die een zitplek wordt geweigerd op een overvolle metro omdat ze 'van die soort is', dan word ik ontzettend kwaad. 

Tegelijkertijd is er ook mijn eigen bekommernis om de kinderen in mijn klas. Gaat het wel goed met hen? Iets wat ik me de laatste weken heel vaak afvraag. Want vlak nadat de school, nog steeds onder terreurdreiging, weer open mocht, hoorde ik verhalen over kindjes in mijn klas, die moeite hadden met inslapen of doorslapen, nachtmerries, weer bedplassen, veranderingen in gedrag, angst en onrust. Twee weken later heb ik iedereen een mailtje gestuurd. Om even na te vragen hoe het thuis nu liep. Gelukkig kreeg ik verschillende geruststellende antwoorden. Hoe de nachten weer beter waren, en de onrust wat gezakt bleek. Kinderen zijn ongelooflijk. Zo kwetsbaar en zo weerbaar tegelijkertijd. Er waren immers ook andere reacties. Van kleuters die nog steeds angstig bij mama en papa in bed wilden elke nacht. Maar net voor 13 november was ik in de klas gestart met een project over 'empathie' en 'herkennen van je eigen gevoel in verschillende situaties'. Taal bieden aan emoties, woorden geven om uit te drukken hoe je je voelt. Beelden in de klas, foto's maken, boze en blije en verdrietige, bange gezichten trekken. Spelen met 'hoe voelt het vanbinnen?' Een thermometer knutselen om aan te duiden wat er in dat lijfje beweegt. Hoe blij was ik dat ik dit project onbewust begonnen was, en ermee door kon gaan, bespreekbaar maken van wat er leefde, ook al was het op onze 'kleine mensjesmaat' in ons klasje. 

Maar ik zat dus bij de vraag 'gaat het goed met hen?' En wat met mijzelf, ik, juf, in Molenbeek? Er is wat gebeurd met 'onze veiligheid'. De veiligheid buiten en binnen de muren van onze school. Voor mezelf althans. Ik kan niet voor anderen spreken. Maar voor mijzelf... nee, ik ben nog steeds niet bang om de metro in te stappen of na een vergadering 's avonds door de gemeente te lopen. Mijn onrust of angst, ja, angst is een beter woord, betreft mijn kindjes in mijn klas. Want ik betrapte mezelf een week geleden op de gedachte: 'die kleuters en peuters in mijn klas, die vallen onder mijn verantwoordelijkheid tijdens de uren dat ze op school zijn. En kan ik met een gerust hart zeggen 'jullie zijn veilig hier bij ons, binnen de muren van de school'? ' Dat gevoel was er altijd wel, maar nu voorlopig, niet meer. Er is iets stuk gegaan. Ik kan op dit moment de ouders van mijn kindjes niet met heel mijn hart zeggen dat die schoolmuren voor honderd procent veiligheid bieden. Zoiets als 'nu kan er eender wat gebeuren' voel ik bij mezelf... we hebben hier iets meegemaakt wat het veilige gevoel heeft ondermijnd. Iemand zei me dat dat terug komt. Ik kon alleen maar zeggen dat ik hoop dat dat zo is. 

Want zie je, ik stap de metro uit en bots nog steeds op een paar bewapende soldaten. Ik kan het plaatsen, als volwassene. Ze staan er niet onterecht. Het is goed dat er over ons gewaakt wordt. De manier waarop, daar wordt van hogerhand over beraadslaagd, ik heb er weinig tegen in te brengen. Maar ik denk op dat moment aan al die mama's en papa's met kinderen die dezelfde metro uitstappen en op bewapende soldaten botsen. Aan de beleving van de kinderen daarbij. 

Soms lees ik 'kinderen leven in deze wereld en moeten er mee leren omgaan dat er dreiging en terreur is'. Dat doet me bibberen en beven. Heel mijn lijf komt dan in opstand. Ik weet wat angst en onveiligheid doen met een kind. Ik weet wat onduidelijkheid doet met een kind. Kinderen verdienen het om 's morgens op te staan met een gevoel van 'fijn, een nieuwe dag, op school, met de vriendjes, in de vakantie, leuke vooruitzichten, onbezorgd de toekomst inkijken'. Alle kinderen op de wereld verdienen dat. Zonder naïef te zijn, want verdriet en leed is iets van alle tijden, van alles en van iedereen. Maar 'je veilig voelen', dat is een basis voor draagkracht, de rest van je leven. Een basisrecht voor alle kinderen, voor iedereen. 

Het is bijna kerstvakantie nu. De oudercontacten komen eraan, ik ben blij dat ik met iedereen nog even af kan ronden na dit heftige trimester. En vooruitkijken naar een periode waarin het buiten donker is maar binnen lichtjes branden. Een tijd met woorden van 'vrede aan alle mensen'. Ik hoop...
 Het is even allemaal genoeg geweest. Tijd om wat in te kapselen en samen te zijn, in rust. Met de dreiging elke dag wat verder op de achtergrond. En de hoop dat het leven weer kan ademen, elke dag wat opgeluchter. 

Kris

Geen opmerkingen:

Een reactie posten